Zo beleefde Kirsten van de Westeringh haar rentree
Vijftien maanden geleden veranderde de wereld voor Kirsten van de Westeringh. De 22-jarige middenvelder scheurde toen haar voorste kruisband af. Haar leven bestond opeens uit revalideren en terug knokken. Zondag bij de start van de Azerion Eredivisie Vrouwen stond ze er weer en maakte ze bovendien haar debuut voor haar nieuwe club Feyenoord tegen FC Utrecht.
Als ze goed uit haar raam kijkt in haar woonplaats Utrecht, kan ze ’m zien. De Galgenwaard. Het stadion waar Van de Westeringh sinds zondag een bijzondere herinnering heeft liggen. Het onderkomen van FC Utrecht was heel even van haar in die bijzondere 63ste minuut. Toen ging het bord met haar rugnummer omhoog. Ze deed weer mee. Eindelijk.
Het applaus ging over de goedgevulde tribunes, waarop ruim 14.000 toeschouwers zaten. Voor het eerst na al die lange maanden het veld in, na die slopende blessure die ze bij haar vorige club ADO Den Haag opliep. Het voelde als een bevrijding voor de voormalig Jong Oranje-speelster. ‘Ik had al kippenvel tijdens het warmlopen’, blikt Van de Westeringh terug. ‘Hier had ik zo lang naar uitgekeken. Ik voelde me goed en speelde vrijuit, zonder aan m’n knie te denken. Na afloop kwamen de tranen. Was er de ontlading. Ik was zelf heel blij dat ik er weer stond. Maar we waren ook teleurgesteld dat we met 4-2 verloren. Heel dubbel allemaal.’
Met haar rentree kwam er voor Van de Westeringh een einde aan een herstel dat veel meer tijd in beslag nam dan verwacht. ‘Ik wist dat er voor een kruisbandblessure een maand of negen staat. Maar bij mij liep het anders. Ik moest namelijk voor een kleine ingreep nog een keer geopereerd worden. Ik had last van littekenweefsel in mijn knie, waardoor ik mijn been niet goed kon strekken. Ik had veel kracht verloren. Mijn been was een stokje, zo dun. Het duurde heel lang voordat die spiermassa terug was.’ Ze denkt even hardop. ‘Die laatste maanden waren misschien wel het lastigst. Ik zat al bij mijn nieuwe club Feyenoord en was er bijna, maar werd afgeremd. Alles moest eerst helemaal op orde zijn.’
‘Achteraf ben ik bij met die zorgvuldigheid’, vervolgt ze. ‘Ik voel me nu supergoed. Ben niet bang voor mijn knie. Denk niet ‘wat als’. Ik weet zeker dat het anders had gevoeld, als alles volgens schema was gegaan. Nu hebben we geen enkel risico genomen. Natuurlijk ging het mij vaak niet snel genoeg. Ik telde de dagen af naar mijn rentree. Maar ik stond er wel meteen. Had geen enkele twijfel.’
Ze dacht uiteraard vaak terug aan die fatale wedstrijd van ADO tegen FC Twente. Van de Westeringh beschrijft de beelden haarscherp. Kan de film in haar hoofd direct afspelen. Een slordige aanname. Een sprongetje van de grond om te corrigeren. Haar lichaam dat naar rechts ging, maar haar been dat bleef staan. ‘Ik hoorde het krakken’, weet ze nog. Nog pijnlijker was het moment dat ze toch wilde doorgaan, maar binnen een paar tellen door haar knie zakte. De bekende woorden. ‘Ik wist dat het mis was.’
En ja, die vijftien maanden hebben haar veranderd. Die lange en vaak eenzame weg naar herstel, los van de spelersgroep. ‘Het klinkt cliché, maar ik heb voor het eerst goed naar mijn lichaam leren luisteren. Voor mijn blessure deed ik niet zo moeilijk over een pijntje. Gooi er maar een pijnstiller in, dan gaat het wel weer. Nu ben ik zorgvuldiger en denk ik sneller aan de lange termijn. Liever vandaag een training skippen, dan morgen nog steeds last hebben. Ook als mens heeft het invloed op mij gehad. Ik was een enorme controlefreak. De afgelopen tijd heb ik geleerd dat je niet overal invloed op hebt. Ik ben rustiger, kan beter genieten van het moment. Al doet dat niets af aan mijn droom. Want die is nog hetzelfde als voor mijn blessure. Het Nederlands elftal. De eerste stappen heb ik inmiddels weer gezet.’