Verdediger Lotte Jansen (23) maakte afgelopen zomer de overstap naar De Graafschap in de Vrouwen Eerste Divisie. Het was een bijzondere stap voor haar, omdat ze nu samen speelt met enkele meiden die ze vroeger zelf heeft getraind. ‘Toen ik foto’s van destijds aan ze liet zien, zeiden ze: Wow, wat een babygezicht hadden we toen.’

Vanaf het eerste moment voelde Jansen zich welkom bij De Graafschap, vertelt ze. ‘Het voelde meteen als thuis. We hebben een leuk en hecht team. We doen – buiten de trainingen en de wedstrijden om – veel leuke dingen samen en zijn er voor elkaar. Als familiemens vind ik dat fijn.’

Jansen speelde in de jeugd van FC Twente en sloot op haar zestiende aan bij het eerste elftal van de club uit Enschede. Als jonkie kreeg ze de kans om als begeleider mee te gaan naar driedaagse voetbalkampen voor jonge meisjes, die vaak worden georganiseerd op de velden van profclubs, zoals bij De Graafschap. Daar gaf Jansen training aan zes meiden met wie ze nu in hetzelfde team speelt: Sterre Visser, Rafa Rothman, Tess Alkema, Kee Hubert, Annemijn Hakkers en Britt Reisner. ‘Laatst vertelden zij mij dat ze toen echt tegen mij opkeken, omdat ik bij FC Twente speelde. Nu zijn we elkaars teamgenoten. Ik vind dat heel speciaal’, glimlacht de bikkelharde verdediger.

Investeren in de jeugd

Toen al was Jansen onder de indruk van de ambities van De Graafschap, dat destijds nog geen eerste elftal had, maar eerst investeerde in de jeugd. ‘Het idee om van onderaf op te bouwen sprak me aan,’ zegt Jansen. ‘De club wilde niet meteen een eerste elftal neerzetten, maar juist investeren in de jeugd en een stevig fundament bouwen. Hun ambitie was altijd al duidelijk: ze wilden naar de Vrouwen Eredivisie. En dat is nu nog steeds het geval: De Graafschap wil niet blijven hangen in de Eerste Divisie, maar de stap maken naar de top.’

Het was toen onbekend dat hun wegen een jaar of zes later opnieuw zouden kruisen. Met FC Twente werd Jansen in het seizoen 2018/2019 landskampioen, maar ze kreeg daar weinig speelminuten. Besluitvaardig koos ze ervoor om haar geluk in België te zoeken, waar ze eerst bij Standard Luik speelde. Na een seizoen als basisspeelster maakte ze de overstap naar Zulte Waregem, waar ze twee seizoenen verbleef en zich verder ontwikkelde.

‘Hoe gaaf zou het zijn om ooit te kunnen zeggen dat je met De Graafschap in de Vrouwen Eredivisie speelt?’

Afgelopen zomer voelde Jansen dat het tijd was om naar Nederland terug te keren. Het lot bracht haar weer samen met De Graafschap. De club stelde voor het eerst in de geschiedenis een eerste elftal samen, dat dit seizoen begon in de Vrouwen Eerste Divisie. De ambitie van de club om uiteindelijk te promoveren naar de Vrouwen Eredivisie trok haar over de streep. ‘Die ambitie sprak me erg aan. Ik stond meteen volledig achter de manier waarop ze dat wilden bereiken. Ik dacht: hoe gaaf zou het zijn om ooit te kunnen zeggen dat je met De Graafschap in de Vrouwen Eredivisie speelt? Daar wilde ik alles voor doen.’

Technisch manager Anouk ter Bille was blij met de komst van Jansen naar De Graafschap. Op de clubwebsite zei ze: ‘Lotte heeft ondanks haar nog jonge leeftijd al veel ervaring binnen diverse clubs. Deze mooie rugzak aan ervaringen neemt zij nu mee naar ons. Lotte gaat met haar voetballende kwaliteiten, maar ook met haar persoonlijkheid belangrijk zijn voor de groep. Wij zijn dan ook erg blij dat ze voor ons heeft gekozen.’

Een keuze waar Jansen geen spijt van heeft gehad, vertelt ze. ‘We doen zoveel leuke dingen samen en staan altijd voor elkaar klaar. Hierdoor zetten we op het veld echt een stapje extra voor elkaar. Als iemand een moeilijke dag heeft, lopen de anderen een paar stappen harder. En als iemand geblesseerd is, willen we er voor haar zijn. Het is mentaal natuurlijk niet makkelijk om geblesseerd te zijn, maar als team proberen we elkaar juist extra te steunen. Dat is wat ik zo mooi vind aan deze groep.’

‘Dat ik degene was die toen die kampen begeleidde, dat vonden ze wel grappig’

De klik met haar team is niet alleen ontstaan door de gezamenlijke ambitie om de Vrouwen Eredivisie te halen, maar ook door de goede band die ze met de speelsters heeft. Ze lacht als ze terugdenkt aan haar eerste dagen bij De Graafschap, toen ze voor het eerst weer oog in oog stond met de speelsters die ze vroeger zelf training gaf.

‘Dat ik degene was die toen die kampen begeleidde, dat vonden ze wel grappig’, vertelt Jansen. ‘Toen ik foto’s van destijds aan ze liet zien, zeiden ze: Wow, wat een babygezicht hadden we toen. We hebben daar echt hard om gelachen.’